Sparnaay, Hendricus, Feimurgān, in Sparnaay, Hendricus, Zur Sprache und Literatur des Mittelalters. Verzamelde opstellen ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag aan de schrijver aangeboden door leerlingen, oud-leerlingen, collega's en vrienden, Wolters, Groningen, 1961, 231-238 (zuerst erschienen in Neophilologus 16 (1931), 255-61)
in Sparnaay 1961a
vgl. Sparnaay 1931
Feimurgān:
, 56,18-56,19 (231, 237 Anm. 6), 400,8 (231, 236), 496,8 (231), 585,14 (231), 585,14-585,15 (237 Anm. 6)
Hartmann von Aue:
115,27-115,28 (232), 129,22-130,2 (237 Anm. 9), 143,21-144,4 (231), 187,14 (231 zitiert als 187, 4), 232,25 (237 Anm. 8), 253,10-253,14 (231), 261,10 (237 Anm. 8), 401,5-401,22 (231), 436,5-436,10 (231), 583,26-584,1 (231), 826,29-826,30 (232)